Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [39]hij toog heen door alle stammen van Israel, naar Abel, te weten, [40]Beth-maacha, en het ganse [41]Berim; en [42]zij verzamelden zich, en kwamen hem ook na. 39. Joab, die den vluchtenden Seba door Efraim, Manasse, Issaschar, Zebulon en Nafthali vervolgde tot aan Abel toe, waar hij nu was. 40. Met dezen toenaam was deze stad Abel genoemd, tot onderscheiding van de andere van dien naam. Deze stad lag in den stam van Nafthali, aan het noordelijke einde van Kanaan, tegen Syrie aan, waar een gedeelte van Syrie was, genoemd Maacha. Zie ook 2 Kon.15:29, en hier, vs.15. 41. Een landstreek bij Abel gelegen. 42. De Israelieten van de gemelde plaatsen volgden ook Joab.